Van Papoea-Nieuw-Guinea, Samoa tot de Filipijnen… Kokosolie is al meer dan duizend jaar een kostbaar schoonheids- en verzorgingsgeheim dat werd doorgegeven van stam tot stam, van generatie op generatie. Het zachte, voedende karakter van kokosolie zorgt voor een glanzende, dikke haarbos en zijdezachte huid, maar baby's werden ook gemasseerd met deze fijne olie om de beenderen te versterken en de huid gezond te houden. Door de herstellende eigenschappen was kokosolie een vaste waarde in de natuurapotheek om allerlei wonden, een verbrande huid, kneuzingen en zelfs breuken te helpen genezen.

Al eeuwen lang vertrouwen de oorspronkelijke inwoners van Australië, de Aboriginals, op het voedende en verzorgende karakter van de natuur in het regenwoud. De ‘Jindilli’ – de gouden noot – verrijkte niet alleen het dagelijkse eetpatroon van de stammen in Oost-Australië en New South Wales met een bom aan essentiële voedingsstoffen. Ze ontdekten ook snel de heilzame werking van de olie geperst uit de noten die onder andere werd gemengd met klei en kleur om het lichaam te beschilderen. De vrouwen gebruikten de pure olie ook voor het verjongende huideffect en mengden de olie met tal van andere plantextracten als balsem voor de behandeling van heel uiteenlopende huidaandoeningen.

Hoe behoud je je schoonheid voor duizend en één nachten? Het geheim van de Noord-Afrikaanse Amazigh stammen kan je vinden in ‘De Boom der schoonheid’. Dankzij de olie uit deze arganboom kunnen de Marokkaanse vrouwen al eeuwen lang hun uiterlijk herbronnen met een fluweelzachte verzorging voor huid, haar en nagels. Legendarische Oosterse schoonheid, rechtstreeks uit de schoot van Moeder Natuur.

Afkomstig uit het Afrikaanse Mali worden de zaden van de Karitéboom al duizenden jaren verwerkt tot een plantaardig vet – sheaboter – dat een zeer dankbaar ingrediënt is in de Afrikaanse keuken. Door de voedende bestanddelen en hydraterende eigenschappen werd sheaboter bovendien enorm populair bij de verzorging van huid en haar. Het legendarisch beautyicoon, de Egyptische koningin Cleopatra, gebruikte sheaboter om haar en huid te beschermen tegen de brandende zon en de verzengend hete winden van de Afrikaanse woestijn en de savanne.

Met hun blauwgroene puntige, stekelige bladeren lijken de aloë’s op cactussen. Maar eigenlijk zijn het vetplanten. Oorspronkelijk komt aloë vera uit Afrika en van het Arabisch schiereiland. In de Oudheid gebruikten Griekse artsen de plant als medicinaal middel. Volgens overlevering gebruikte de Egyptische koningin Nefertite het sap van de vetplant voor haar schoonheidsbaden. De stof lignine die in aloë vera zit, zorgt ervoor dat de geleiachtige gel uit de bladeren goed door de huid wordt opgenomen.